Mythe en feiten over mais in hondenvoer

Mais is al decennia lang een veelvuldig gebruikt ingredient in hondenvoer en toch wordt er in marketingclaims in toenemende mate een negatief imago aan dit graan toegeschreven. Wij vragen ons af: is dit terecht?

Veel hondenouders zijn overweldigd en verward door de vele informatie over hondenvoer en wat nu de beste ingrediënten zijn om te geven of achterwegen te laten. Een deel van de bezorgdheid wordt veroorzaakt door de informatie die algemeen beschikbaar is via verschillende bronnen, waaronder internet, populaire publicaties, fokkers en andere hondenouders.

Maar er is nog een bron van verwarring: marketing termen

Er komen steeds meer merken op de markt. Deze merken gebruiken natuurlijk marketing als een manier om hun eigen hondenvoer te onderscheiden van dat van hun concurrenten. Wat je daarbij echter steeds vaker ziet gebeuren is dat bepaalde ingrediënten of het gebrek eraan worden geprezen niet zozeer op basis van wetenschappelijke argumenten maar meer op basis van marketingtechnische overwegingen.

Is het beter om je hond graan of glutenvrij voer te geven?

Een voorbeeld van zo’n uiting is: graan of glutenvrij. Dit kan ertoe leiden dat sommige hondenouders geloven dat het beste dieet om je hond te voeren een graan of glutenvrij dieet is. Maar is dat ook werkelijk zo?

Laten we eens specifiek kijken naar het graan mais.  Mais is al decennia lang een veelvuldig gebruikt ingredient in hondenvoer en toch wordt er in marketingclaims in toenemende mate een negatief imago aan dit graan toegeschreven. Claims zoals:

“Maïs kan de suikerregulerende functies van de hond dereguleren en leidt tot medische aandoeningen zoals obesitas bij honden, pancreatitis, diabetes en leverziekte.”

“De darmen van een hond kunnen maïs niet goed verwerken.”

“Maïsvrij hondenvoer is een belangrijk onderdeel van een gezond dieet voor uw hond.”

” Mais in hondenvoer is een vulmiddel”

Er is dus geen gebrek aan waarschuwingen te vinden dat maïs slecht is voor de gezondheid van je hond. De verklaringen die voor het “alarm tegen mais” worden gegeven, kunnen anekdotisch geloofwaardig klinken.  Maar klopt dit eigenlijk wel allemaal?  Uit de literatuur blijkt namelijk dat de negatieve perceptie richting mais in dierenvoeding niet gerechtvaardigd is.

Wij duiken hier even in door middel van “mythe en feit” over dit veel gebruikte graansoort in hondenvoer : mais

Mythe en feiten over mais in hondenvoer

Mythe: maïs in hondenvoer is slechts een vulmiddel om gewicht en volume toe te voegen en vlees te vervangen, dat veel duurder is.

Feit: Een vulmiddel is een ingrediënt dat bulk aan het dieet toevoegt, maar geen voedingswaarde of voordeel biedt voor het dier. Ingrediënten zoals maïs voldoen niet aan de definitie van een vulmiddel. Maïs is een uitstekende bron van linolzuur, een essentieel vetzuur dat nodig is in de voeding van alle honden. Maïs levert ook eiwitten, essentiële aminozuren, antioxidanten, vitamines, mineralen, vezels en energie.


Mythe: Maïs kan niet of niet goed worden verteerd door honden.

Feit: Er wordt gezegd dat honden de koolhydraten in maïs (of in ander voedsel) niet kunnen verteren omdat ze een enzym in hun speeksel (amylase) missen dat helpt ze af te breken. Maar honden scheiden amylase af. Het komt alleen uit hun alvleesklier in plaats van uit speeksel. Sommigen beweren dat omdat amylase niet rechtstreeks in de mond in het spijsverteringsproces terechtkomt, de koolhydraten in maïs (en andere granen) niet voldoende kunnen worden afgebroken. Maar dat is niet waar. De darm van een hond verteert maïs prima en zo kan je hond prima gebruik maken van de goede eigenschappen van mais.

Het is wel zo dat ongekookt mais niet goed verteerbaar is. Maar volkoren maïs gekookt via extrusie (de manier waarop het meeste droge hondenvoer wordt gemaakt), blijkt voor 97 procent verteerbaar te zijn door honden.


Mythe: Omdat honden carnivoren zijn, net als hun voorouders de wolven, zouden ze gewoon geen koolhydraten moeten consumeren.

Feit: Honden zijn geen wolven en, belangrijker nog, het zijn geen carnivoren. Ze gedijen goed op een gemengd dieet van zowel dierlijk als plantaardig voedsel. Bovendien zijn wolven qua levensstijl geen goede vergelijking met die van honden. Wat optimaal is voor een wolf, is niet meer optimaal voor onze gezelschapshonden, die over het algemeen langer dan een decennium leven en soms dichter bij twee decennia. Ten slotte hebben onderzoekers gemeld dat honden genetische verschillen hebben met wolven die cruciaal zijn voor de vertering van zetmeel.


Mythe: Omdat maïs rijk is aan koolhydraten, beïnvloedt het de suikerregulerende functies van de pancreas, wat leidt tot obesitas bij honden, diabetes en andere ernstige aandoeningen.

Feit: Koolhydraten veroorzaken geen diabetes, noch bij honden of bij mensen. Ze moeten alleen worden gecontroleerd bij honden (en mensen) die die aandoening al hebben ontwikkeld. Koolhydraten veroorzaken ook geen obesitas. Het wordt veroorzaakt door het consumeren van te veel calorieën en onvoldoende fysieke activiteit om ze te verbranden.


Mythe: Veel honden zijn allergisch voor maïs.

Feit: Allergieën voor maïs zijn zeldzaam. Tussenfeit 😉 : Mais is glutenvrij net zoals veel andere soorten granen (rijst, boekweit, teff, quinoa, gierst)

Dus door marketing is de publieke perceptie vaak dat de mais en andere granen in hondenvoer de allergenen zijn. De literatuur spreekt dit dus tegen. Verlinden et al. (2006) verzamelde gegevens uit zeven onderzoeken en concludeerde dat de meeste voedselallergieën werden veroorzaakt door dierlijke eiwitten (36% rundvlees, 28% zuivel, 10% ei, 9,6% kip, 4% varkensvlees, 1% konijn en 1% vis), 15% werd veroorzaakt door tarwe en geen door maïs. Laflamme et al. (2014) meldden dat dierlijke eiwitten betrokken waren bij de meeste gevallen van voedselallergie bij honden, terwijl tarwe een prevalentie van 15% had en dat geen gevallen (N = 198) van voedselallergenen te wijten waren aan maïs. Het is dus duidelijk dat de publieke perceptie niet overeenkomt met de gegevens.

Glutengevoeligheid bij honden is zeldzaam. Een erfelijke vorm van glutengevoeligheid die vergelijkbaar is met coeliakie bij mensen, kan voorkomen in specifieke lijnen van Ierse setters. Sommige borderterriërs met het epileptoïde krampsyndroom reageerden goed op wat onderzoekers beschrijven als een glutenvrij dieet.

Belangrijkste punten om mee te nemen uit dit blog:

Er bestaat veel verkeerde informatie over commercieel voer voor honden, waardoor hondenouders zich overweldigd en verward voelen over het kiezen van beste hondenvoer voor hun hond.

Mais is een rijke bron van essentiële voedingsstoffen in hondenvoer. Bezorgdheid over granen in voer voor honden is eerder gebaseerd op marketing dan op wetenschap.

Ondanks het feit dat mais een slechte reputatie heeft gekregen, leveren ze essentiële voedingsstoffen, zoals eiwitten, vetten, vezels en vitamines.

Literatuur


Laflamme, D., O. Izquierdo, L. Eirmann, and S. Binder. 2014. Myths and misperceptions about ingredients used in commercial pet foods. Veterinary Clinics: Small Animal Practice 44 (4):689–98.


Verlinden, A., M. Hesta, S. Millet, and G. P. J. Janssens. 2006. Food allergy in dogs and cats: A review. Critical Reviews in Food Science and Nutrition 46 (3):259–73.


Carlotti, D. N., I. Remy, and C. Prost. 1990. Food allergy in dogs and cats. A review and report of 43 cases. Veterinary Dermatology 1 (2):55–62.


Corn hybrid affects in vitro and in vivo measures of nutrient digestibility in dogs.
J Anim Sci. 2005; 83: 160-171


Pros and Cons of Commercial Pet Foods (Including Grain/Grain Free) for Dogs and Cats. S. Sanderson


Effects of six carbohydrate sources on dog diet digestibility and post-prandial glucose and insulin response
A C Carciofi 1, F S Takakura,


A review: nutrition and process attributes of corn in pet foods
Isabella Corsato Alvarenga


Comparative in-vitro Evaluation of Dog Food Using Either Rice Gluten or Maize Fibre with Commercially Available Dog Food

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je aan voor de nieuwsbrief.

Nieuwsbrief